Huis van opsluiting en tuchtiging (7)

Weldadige koloniën

Afbeelding: huis in Veenhuizen, met daarop de tekst: orde en tucht
Veenhuizen, de zesde kolonie gesticht in 1823. Het is een onvrije kolonie. Op de huizen zijn moralistische spreuken te lezen die de mensen moeten aanzetten tot goed gedrag.

Als 15-jarige had Geert Geerts Ebels er bij kunnen zijn: Napoleon werd op 18 juni 1815 verslagen bij Waterloo. Al eerder, eind 1813, had Geert er getuige van kunnen zijn dat Willem I koning werd van Nederland. Maar waarschijnlijk heeft hij geen uitnodiging gehad.

Willem werd koning van een arm land. In het boek De Koloniën van Weldadigheid, staat dit ook beschreven. In 1815 was een derde van de bevolking straatarm. Ze moesten het hebben van publieke liefdadigheid, dus veel bedelaars op straat. Op het platteland is het niet veilig. Groepen mannen en vrouwen, zwerven ’s nachts rond en persen bij boeren geld of voedsel af.

Afbeelding: Johannes van der Bosch

Johannes van der Bosch
De elite zag wel dat daar wat aan gedaan moest worden. Uit nobele motieven om het volk te verheffen, maar ook praktisch, om opstanden en criminaliteit te voorkomen. Er werd een plan bedacht door Johannes van der Bosch. Maak koloniën, ver van de bewoonde wereld en heropvoed daar de paupers met landarbeid. Een nationale Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht.
Tussen 1818 en 1823 kwamen er 7 koloniën in totaal; 5 in het noorden van Nederland (Drenthe, Overijssel en Friesland) en 2 in België (de Antwerpse Kempen).

In eerste instantie waren het vrije koloniën, mensen waren er uit vrije wil. Maar later werden er ook onvrije gesticht. Dit was ondermeer voor het aanpakken van landloperij, een criminele daad, maar ook gewone criminelen kwamen er later in terecht.
De mensen in de koloniën leerden het land ontginnen en geschikt te maken als landbouwgrond. Wat ze dan zelf weer konden bewerken. Een deel mochten ze zelf houden, een deel werd verkocht. Ook leerden ze hoe ze het konden verbouwen. De gezondheidszorg was goed geregeld, evenals scholing voor kinderen.
Maar echt goed ging het niet in die jaren. Het aantal geldschieters van de Maatschappij liep terug en de boerderijen waren te klein in opzet. Verder nog gebrekkige oogsten, lage graanprijzen en een voortdurende behoefte aan koemest: de gronden waren erg arm. Net als in de rest van het land vallen van 1828 tot 1830 de oogsten tegen door het slechte weer.

Geert Geerts Ebels heeft zelf nooit voet gezet binnen een kolonie. Maar het geeft een beetje een beeld hoe de omstandigheden waren in het Nederland van toen. Je kunt je voorstellen dat ook hij een van die armen was. Als je de beschrijving leest van hem: een jas met een gescheurde mouw, en uit de beschrijving van wat waarschijnlijk zijn vrouw was: iemand met een mager gezicht, kun je je voorstellen dat ze uit stelen gingen. Uit noodzaak.

In 2018 is het 200 jaar geleden dat de Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht en in dit jaar wordt een besluit over de UNESCO-nominatie als Werelderfgoed verwacht.
Het filmpje voor de nominatie:

Alle afbeeldingen – behalve de eerste, die ik heb gemaakt – komen van de site van Koloniën van Weldadigheid.

Terug naar overzicht>>of ga naar: Deel 8: Het verhoor