“Core business? dat woord kennen wij niet”, zegt iemand, ook in kostuum, lachend achter ons.
“Ja, mooi hè”, reageert Aafke en vervolgt: “Maar dans is dus onze core business en de kostuums komen daar bij.”
Het is tweede pinksterdag én de landelijke Dag van het Kasteel. In Groningen hebben we zogenoemde borgen. Het stikte er vroeger van: zo’n tweehonderd borgen en steenhuizen. Maar veel zijn vooral in de 19e eeuw afgebroken. Geen erfgenamen meer en te kostbaar om te onderhouden. Je kon er bijvoorbeeld ook mooie verharde paden van maken. Er zijn nog 16 over.
Ook de Menkemaborg in Uithuizen, met zijn 18e-eeuwse inrichting, is vandaag (weer) geopend voor publiek. De oorspronkelijke bewoners lijken daarbij terug te zijn en zich te mengen met de bezoekers. Buiten dansen deze ‘barokkers’ op hun muziek uit een eigentijds draagbaar apparaat. Aafke: “Wij zorgen hier voor de aankleding van het geheel. Ik heb niet echt een specifieke rol. Twee van ons stelden de bewoners van de borg voor en wij zijn op bezoek.
“We zijn een hofdansgroep uit Groningen, Plaisir Courtois, Hoofs Plezier. We hebben drie periodes, de Renaissance, Barok en de Weense periode. Nu zijn we in ons barokke kostuum, van rond 1750. Alle kostuums worden door de leden zelf gemaakt, naar de authentieke kleding. Ik heb zelf twee, de Renaissance en de Weense. Deze heb ik dus geleend; we lenen van elkaar. Dat past niet altijd, af en toe doe je iets met veiligheidsspelden.” Ze wijst op haar boezem: “Hier zit het wat ruim.”
Om vijf uur vertrekken de bezoekers uit andere tijden weer; terug naar de onze. Ze zijn door ruim 700 bezoekers gezien.
